6 vragen aan Audrey Schra: ervaringen en inzichten als Jurist Omgevingsrecht

2. Hoe verschilt het werken voor de gemeente Meppel van het werken binnen de adviespraktijk van Lodewijck Groep en voorheen gemeente Haaksbergen?

“Hoewel mijn werk bij zowel de gemeente Meppel als de gemeente Haaksbergen binnen het omgevingsrecht valt, zijn er enkele duidelijke verschillen. In Meppel heb ik te maken met een groter binnenstedelijk gebied, wat resulteert in meer bezwaarschriften die betrekking hebben op stedelijke woningbouwlocaties en andere binnenstedelijke kwesties. In Haaksbergen lag de focus meer op het buitengebied en agrarische bestemmingen, waardoor de aard van de bezwaarschriften anders was.
Deze variatie in casussen maakt het werk voor mij afwisselend en uitdagend. Het werken in Meppel spreekt me juist aan vanwege de nieuwe soorten zaken die ik tegenkom, hoewel het nog steeds binnen hetzelfde juridische domein van het omgevingsrecht valt.

Naast mijn werk bij de gemeente Meppel, waar ik 36 uur per week werk, doe ik ook nog vier uur per week werk voor de adviespraktijk van Lodewijck Groep. Hier richt ik mij onder andere op planschadezaken voor de gemeente Leiden en het opstellen van ruimtelijke adviezen ten behoeve van omgevingsvergunningen voor de gemeente Amsterdam. Deze aanvullende werkzaamheden doe ik meestal op vrijdag, maar soms ook tussendoor als er dringende e-mails of zaken zijn die mijn aandacht vereisen.
Het combineren van deze verschillende rollen en verantwoordelijkheden houdt mijn werk boeiend en gevarieerd. Ondanks de drukte weet ik dit goed te combineren met mijn studie, die ik meestal in het weekend doe. Hierdoor blijf ik voortdurend nieuwe dingen leren en mijn kennis en vaardigheden uitbreiden, zowel binnen de gemeentelijke context als in de adviespraktijk.”

3. Welke specifieke projecten of zaken behandel je momenteel bij de gemeente Meppel?

“Als Jurist Omgevingsrecht bij de gemeente Meppel ben ik voornamelijk verantwoordelijk voor het oppakken van bezwaarschriften. In de beginfase probeer ik samen met de omwonenden op een informele manier tot een oplossing te komen. Dit houdt in dat ik vaak telefonisch uitleg geef over het besluit en de reden waarom het op die manier is genomen. Vaak blijkt dat mensen niet zozeer bezwaar hebben tegen het besluit zelf, maar meer informatie nodig hebben of iets anders willen bereiken. Door zaken duidelijk uit te leggen, lukt het soms om informeel tot een oplossing te komen.

Een groot deel van mijn werk bestaat uit het behandelen van bezwaren tegen projecten voor woningbouw op een bepaalde locatie. Deze woningbouwprojecten roepen vaak bezwaren op van meerdere omwonenden, waardoor er veel bezwaarschriften binnenkomen. Deze bezwaren kunnen op verschillende aspecten betrekking hebben. Bezwaren die je veelal ziet terugkomen zijn inperking van de privacy, geluidsoverlast, overlast van parkeren en de mate waarin rekening is gehouden met cultuurhistorie. Deze zaken vergen veel tijd en aandacht omdat het om complexe en omvangrijke projecten gaat. Het kan hierbij soms helpen om met de vergunninghouder te kijken of het wellicht mogelijk is om gedeeltelijk aan de bezwaren tegemoet te komen, om er zo toch op een informele wijze uit te komen. Dit bespaart uiteindelijk een hoop tijd.”

Kortom, de rol van Audrey als Jurist Omgevingsrecht is zeer gevarieerd en vereist zowel juridische kennis als goede communicatieve vaardigheden om bezwaarschriften effectief te behandelen en waar mogelijk tot informele oplossingen te komen.

4. Hoe blijf je bij met de laatste ontwikkelingen en veranderingen in het Omgevingsrecht?

“In het begin van mijn loopbaan en met name rond de invoering van de Omgevingswet maakte ik veel gebruik van de webinars van Hekkelman. Zij hadden ook een uitgebreide reeks webinars waarin veel aspecten van de Omgevingswet werden behandeld. Dit heeft mij enorm geholpen om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen. Daarnaast ben ik geabonneerd op updates van PONT Omgeving, waardoor ik regelmatig berichten ontvang over de laatste wijzigingen, uitspraken en inzichten in het omgevingsrecht. De kennisdelingssessies van Lodewijck Groep hebben ook enorm geholpen. Het is echt van toegevoegde waarde om van collega’s te horen waar zij tegenaan lopen binnen de nieuwe Omgevingswet en hoe zij hiermee omgaan. Daarnaast hadden sommige collega’s al meer kennis opgedaan van bepaalde facetten van de nieuwe Omgevingswet, zoals milieu of participatie. Door deze kennis aan te horen, heb ik ook mijn eigen kennis kunnen uitbereiden.

Een andere belangrijke bron van informatie is de jurisprudentie. Ik houd de binnenkomende jurisprudentie nauwlettend in de gaten, hoewel ik merk dat het enige tijd kan duren voordat gedetailleerde uitspraken beschikbaar zijn met betrekking tot de Omgevingswet, vooral omdat het even duurt voordat zaken bij de rechter terechtkomen en er uitspraken van de Raad van State komen. Wat ik ook interessant vind, is dat we door de nieuwe wetgeving soms het wiel opnieuw moeten uitvinden. Het is boeiend om je te verdiepen in nieuwe materie en te ontdekken hoe dingen werken. Dit kan echter ook uitdagend zijn bij het adviseren, omdat er nog niet veel jurisprudentie is die houvast biedt. We moeten soms vertrouwen op de toelichting en andere wetsteksten, maar veel is nog onduidelijk. Dit maakt het advieswerk soms lastig, maar tegelijkertijd ook heel leerzaam.”

5. Wat zijn de grootste uitdagingen waar je tegenaan loopt in je rol, vooral in de context van omgevingsrecht en gemeentelijk beleid?

“Een van de grootste uitdagingen in mijn rol is het bepalen welke procedure we moeten toepassen, bijvoorbeeld of we een wijziging van het omgevingsplan moeten doorvoeren of gebruik moeten maken van een Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit (BOPA). Er is vaak onduidelijkheid over de exacte mogelijkheden en beperkingen van een BOPA. Dit kan leiden tot verschil van inzicht, zowel binnen de gemeente als in de advisering.

Elke gemeente heeft zijn eigen benadering; sommige gemeenten zijn terughoudend met het toepassen van een BOPA en geven de voorkeur aan het wijzigen van het omgevingsplan. Dit kan soms verwarrend zijn, vooral omdat je op basis van de wet en adviezen zou kunnen concluderen dat een BOPA ook een geschikte optie zou zijn. De wet biedt wel enigszins richting, maar absolute zekerheid over wat er precies mogelijk is, ontbreekt nog vaak. Dit betekent dat we in de praktijk moeten afwachten hoe bepaalde zaken zich ontwikkelen en wat de uiteindelijke uitspraken hierover zullen zijn.

Daarnaast is er een uitdaging in het geven van helder advies zonder voldoende jurisprudentie en praktijkvoorbeelden. Hoewel het interessant is om nieuwe wetgeving te interpreteren en toe te passen, maakt het gebrek aan duidelijke richtlijnen het soms moeilijk om met zekerheid te zeggen wat wel en niet kan. Dit vergt een zorgvuldige afweging en soms ook creatief denken om tot werkbare oplossingen te komen die juridisch houdbaar zijn.”

6. Wat zou je advies zijn aan iemand die overweegt om in het omgevingsrecht te gaan werken?

“Mijn belangrijkste advies zou zijn om je grondig in te lezen in de nieuwe wetgeving. Het is cruciaal om een goed begrip te hebben van de wet en alle veranderingen die daarmee gepaard gaan. Goede kennis van de theorie zal je helpen om beter voorbereid te zijn op de praktijk.

Daarnaast zou ik aanraden om een traineeship te overwegen, vooral als je net begint. Mijn eigen ervaring met het traineeship bij Lodewijck Groep, was enorm waardevol. Het bied je de kans om veel te leren van ervaren collega’s, cursussen te volgen en praktijkervaring op te doen in een ondersteunende omgeving. Dit helpt je om snel te groeien in je rol en zelfverzekerd te worden in het omgevingsrecht.

Er zijn momenteel veel kansen in het omgevingsrecht, aangezien er veel vraag is naar specialisten in dit vakgebied. Maak gebruik van deze mogelijkheden en grijp elke kans om ervaring op te doen.”